Ontvangst (0-4)
De ontvangst van de allerkleinsten op het Eiland is hartelijk en kinderkundig. Op het Eiland kunnen kinderen zich in alle rust en op eigen gelegenheid ontwikkelen, terwijl hun ouders zich met een gerust hart elders (of op een flexwerkplek binnen het Eiland) nuttig kunnen maken.
De Ontvangst op het Eiland biedt een aanvulling op de ouderlijke zorg door hier praktisch en inhoudelijk optimaal op in te spelen. Met flexibele openingstijden, gezond (leren) eten, buitenleven en uitdagende bezigheden.
De Ontvangst vindt plaats binnen vier stamgroepen. De babygroep (De Baai) bestaat uit maximaal 6 baby’s, die zodra ze aangeven hun actieradius te willen vergroten, welkom zijn in de peutergroep (De Duinen) met maximaal 16 kinderen. De Vleugel (met eigen voordeur aan de zijkant) biedt ruimte aan ’t Wad (2+) met maximaal 16 kinderen.
Wat zegt de GGD?
Hieronder een selectie uit definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 15-11-2018 – KDV Eiland van Groningen te Groningen:
Emotionele veiligheid
De beroepskrachten weten wat baby’s aankunnen, leuk vinden, enthousiast maakt en sluiten daar in hun contact op aan. Er is aandacht voor het individueel tempo en vermogen van de baby. Bijv. – op de grond worden verschillende speelgoed en klimmaterialen aangeboden. Via een rek gaat een kind staan. Het kind weet na het staan niet meer hoe hij weer kan gaan zitten of liggen. De beroepskracht hoort de kreet van het kind en benoemt het gevoel van het kind. ‘Wat goed dat je bent gaan staan, weet je niet meer hoe je kan gaan zitten of liggen? Kom maar, dan ga ik je helpen. Ik pak je handen vast en probeer maar door je knieën te gaan. Lukt dat nog niet goed, kom maar dan help ik je wel.’ Het is zichtbaar dat het kind dit spannend vind, maar is ook tegelijkertijd rustig. Het kind voelt zich gehoord en probeert met de hulp van de beroepskracht te gaan zitten/liggen.
Persoonlijke competentie
De activiteiten passen in algemene zin bij de interesse en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Er is aanpassing of verandering van aanbod mogelijk voor één of enkele kinderen. Eventuele resultaatdoelen zijn gekoppeld aan individuele kinderen. Inhoud en niveau van activiteiten zijn ‘kindvolgend’.
Bijv. in de grote speelbox heeft de beroepskracht verschillende huis/tuin en keukenmaterialen neergelegd (pollepel, plastic bordjes, kartonnen doos). De beroepskracht nodig de kinderen uit om te ontdekken, trommelen op de kartonnen doos, met de nagels over het plastic bord enz. De kinderen vinden dit interessant en pakken een voorwerp en ontdekken wat zij hiermee kunnen doen.
Sociale competentie
De beroepskrachten dragen uit en leven voor, dat de inbreng van alle kinderen –en henzelf- ertoe doet in de groep. Zij leren kinderen om elkaar te accepteren en te respecteren.
Bijv. bij peuterdans, de beroepskracht vertelt iets over dieren en een kind laat gelijk haar/zijn hemd zien met daarop allemaal verschillende dieren. De beroepskracht benoemt de dieren die zij ziet op de hemd van het kind. ‘Olifanten, giraffen en papegaaien. Wat doet een papegaai?’ vraagt de beroepskracht aan de kinderen. ‘Vliegen.’ De beroepskracht en de kinderen lopen in een rondje en gebruiken hun armen als vleugels, zij vliegen een rondje. ‘Welk dier zullen we nu doen?’ vraagt
de beroepskracht. ‘Tijger’ zegt een kind. De beroepskracht en de kinderen gaan nu kruipen en maken een grom geluid.
Overdracht van normen en waarden
De beroepskrachten bouwen het dagprogramma op met vaste rituelen en bekende afspraken. Kinderen weten wat er gaat gebeuren en wat van hen wordt verwacht. Bijv. een hulpkok brengt warm eten op de groep. De kinderen worden uitgenodigd om aan tafel te gaan zitten. De kinderen gaan gelijk naar de tafel en zoeken een stoel uit om op te zitten. Voordat de kinderen gaan eten worden hun handen schoongemaakt en gaan zij een liedje zingen. De kinderen zingen op hun manier goed mee. Hierna krijgt ieder kind een eigen bord met warm eten. De kinderen smikkelen lekker van hun eten.
Uit de observatie en het interview is gebleken dat er verantwoorde dagopvang wordt geboden en dat er wordt gehandeld volgens de vier pedagogische basisdoelen.